Mist

Dees dag is lijk een moede man,
Die langs een strate, grijs en stil,
Zijn droefenis niet kroppen kan
Maar toch niet schreien wil.

Over de mulle wegen zweeft
Een waas van onverschilligheid...
Vrouw, die zich zonder liefde geeft
En heengaat zonder spijt.

Daar zoeft wat zonne-lichternis
Door 't miezerige mist-gordijn...
Een ziel, die niet zo triestig is,
Maar toch niet blij kan zijn.

'k Ben bang, dat ik eens zelve word
Gelijk deez overtrokken dag;
Een kind dat nimmer tegenmort,
Maar nooit meer zingen mag.

Rate this poem: 

Reviews

No reviews yet.